De invloed van je bloedsuikerspiegel bij het zwanger worden

Je bloedsuiker is van belang als je zwanger wilt worden. In dit artikel leggen we uit hoe je bloedsuiker werkt en hoe je zelf je vruchtbaarheid kunt verhogen met een suikerspiegel die in orde is.

Waarom is je bloedsuikerspiegel belangrijk als je zwanger wilt worden?

Hormonen hebben een grote invloed als je zwanger wilt worden. Je bloedsuikerspiegel wordt in de hand gehouden door insuline. Insuline is één van de hormonen in je lichaam. Daarom vertellen wij meer over welke invloed je bloedsuiker heeft als je zwanger wilt worden.

Stijging van je bloedsuikerspiegel

Stijgt je bloedsuikerspiegel in één keer heel snel, bijvoorbeeld door het eten van veel suiker (snoep en koek), dan is dit van invloed op het hormoon insuline. Dit zorgt er namelijk voor dat de suiker uit je bloed wordt gehaald en je cellen in gaan om te verbranden. Je bloedsuikerspiegel daalt dan weer en is weer “normaal”. De suiker die niet direct wordt verbrandt, gaat naar je lever waar het kan worden opgeslagen.

Snelle piek in bloedsuikerspiegel

Als je regelmatig suiker eet, krijg je vaak een snelle piek in je bloedsuikerspiegel. Dit kan je een korte boost oftewel piek geven. Hoe meer suiker je eet, hoe meer insuline je nodig hebt. Als je vaak veel insuline nodig hebt, kunnen je cellen er minder gevoelig voor worden. Uiteindelijk kun je insulineresistent worden.

Hormoonhuishouding in de war

Aangezien alle hormonen in ons lichaam samenwerken, betekent een constante piek en daling van insuline, ook een warboel in de rest van je hormoonhuishouding. Als de hoeveelheid insuline in je bloed stijgt dan stijgt ook de hoeveelheid cortisol (het stresshormoon). Cortisol vecht samen met progesteron (één van de geslachtshormonen) voor dezelfde receptor in ons lichaam en cortisol wint altijd. Dit heeft dus een negatieve invloed op je vruchtbaarheid.

Invloed op het groeien van de eicel

Een verhoogde insuline heeft nog meer gevolgen. Een hoge insuline zorgt namelijk voor een hogere productie van oestrogeen. Dit zorgt weer voor een daling in het FSH hormoon (Follikel Stimule rend Hormoon). FSH zorgt voor het groeien van de eicel. Een tekort aan FSH ten opzichte van luteïniserend hormoon (LH) kan ervoor zorgen dat er geen eisprong plaatsvindt. Dit zorgt weer voor een daling in progesteron en zonder genoeg progesteron kan er nooit een gezonde menstruatiecyclus en zwangerschap plaatsvinden. Uiteindelijk kan dit zelfs leiden tot het volledig stoppen van de menstruatie of andere klachten die gelinkt zijn aan een te laag progesteron (PMS, endometriosis, fibroides etc.).